BasisBijbel

Klaagliederen 4:13-22 BasisBijbel (BB)

13. Maar dit is gebeurd omdat Jeruzalems profeten slechte dingen dedenen de priesters onschuldige mensen hebben gedood.

14. Ze wankelen als blinden door de straten, onrein door het bloed,zodat niemand hen nog mag aanraken, zelfs hun kleren niet.

15. 'Ga weg! Onrein!' roepen de mensen naar hen.'Opzij, raak ons niet aan!'Zo zijn ze weggevlucht en zwerven ze rond.Maar de volken zeggen: 'Ze mogen hier niet blijven!'

16. De Heer heeft hen Zelf uit elkaar gejaagd.Hij wil niets meer met hen te maken hebben.De vijand had met niemand medelijden.Niet met de priesters, niet met de oude mensen.

17. Aldoor keken wij uit naar hulp, maar tevergeefs.Niemand kon ons redden.

18. Bij elke stap lopen we gevaar.We durven de straat niet meer op.Het is afgelopen met ons, we sterven allemaal.

19. Onze vijanden achtervolgen ons sneller dan adelaars.Ze zitten ons achterna in de bergen.Ze loeren op ons in de woestijn.

20. Onze koning, op wie al onze hoop was,werd door hen gevangen gezet.En we dachten nog wel dat hij ons zou beschermen!

21. Volk van Edom, nu ben je nog blij. Juich maar, bewoners van Uz.Maar ook jullie zullen straks uit de wijnbeker [ van Gods straf ] moeten drinken.En wanneer jullie dronken zijn, worden jullie uitgekleed en leeggeschud!

22. Jeruzalem, er zal een einde komen aan je straf.De Heer zal je niet nóg een keer als gevangene naar een ander land brengen.Volk van Edom, de Heer zal je straffen voor je slechtheid.Hij zal het kwaad dat je doet niet verbergen.