BasisBijbel

Jozua 9:21-27 BasisBijbel (BB)

21. Jullie mogen hen dus niet doden." En de leiders besloten dat de bewoners van Gibeon voortaan houthakkers en waterdragers voor de Israëlieten zouden zijn.

22. Jozua liet hen bij zich komen en zei tegen hen: "Waarom hebben jullie ons bedrogen? Waarom hebben jullie gezegd dat jullie ver weg wonen, terwijl jullie vlak bij ons wonen?

23. Omdat jullie dat gedaan hebben, vervloek ik jullie. Jullie zullen voor altijd onze knechten zijn. Voortaan zullen jullie houthakkers en waterdragers voor het heiligdom van mijn God zijn."

24. Ze antwoordden Jozua: "Er was ons duidelijk verteld wat jullie Heer God aan zijn dienaar Mozes bevolen had: dat Hij het hele land aan jullie zou geven en alle bewoners van het land zou doden. Daarom waren we bang dat jullie ons zouden doden. En daarom hebben we dit gedaan.

25. Hier zijn we. We zijn in jullie macht. Doe met ons wat jullie willen."

26. Toen beschermde Jozua hen tegen de andere Israëlieten, zodat ze niet gedood werden.

27. Vanaf die dag waren ze houthakkers en waterdragers voor het volk en voor het heiligdom van de Heer in de plaats die Hij zou uitkiezen. En dat zijn ze nog steeds.