BasisBijbel

Jozua 8:3-17 BasisBijbel (BB)

3. Toen maakte Jozua zich klaar om met een leger naar Ai te trekken. Hij koos 30.000 dappere mannen uit. Een aantal van hen zond hij 's nachts alvast op pad.

4. Hij zei tegen hen: "Jullie moeten aan de andere kant van de stad in een hinderlaag gaan liggen. Ga niet te ver bij de stad vandaan en houd je klaar.

5. Ikzelf zal met de andere mannen naar de stad gaan. Als dan hun leger uit de stad naar ons toe komt, zullen we net als de eerste keer vluchten.

6. Dan zullen ze ons achterna komen. Zo lokken we hen bij de stad weg. Want ze zullen denken dat we net als de eerste keer voor hen vluchten.

7. Dan komen jullie uit de hinderlaag tevoorschijn en veroveren Ai. En jullie Heer God zal de stad aan jullie geven.

8. Zodra jullie in de stad komen, moeten jullie die in brand steken zoals de Heer gezegd heeft. Dit is mijn bevel."

9. Zo stuurde Jozua hen weg. Ze verborgen zich aan de westkant van de stad, tussen Bet-El en Ai. Maar Jozua bleef die nacht nog bij het volk.

10. Vroeg in de morgen verzamelde Jozua zijn mannen en trok op naar Ai. Hij en de leiders van Israël gingen voorop.

11. Zo kwam het hele leger bij de stad. Hij stelde zijn leger op aan de noordkant, met het dal tussen hem en Ai in.

12. Er lagen ongeveer 5000 mannen in de hinderlaag tussen Bet-El en Ai, aan de westkant van de stad.

13. Het leger stond dus zó opgesteld: het grootste deel van het leger aan de noordkant van de stad, en een klein deel in een hinderlaag aan de westkant van de stad. Die nacht stak Jozua het dal over.

14. Toen de koning van Ai dat 's morgens vroeg zag, trok hij met zijn mannen de stad uit om tegen Israël te strijden. Hij verzamelde zijn hele leger op een veld vlak bij het dal. Want hij wist niet dat een deel van Israëls leger in een hinderlaag lag, aan de andere kant van de stad.

15. Jozua en zijn leger deden alsof ze werden verslagen. Ze vluchtten in de richting van de woestijn.

16. Daarom werden alle mannen die in de stad waren achtergebleven, opgeroepen om hen te achtervolgen. Zo werden ze bij de stad vandaan gelokt.

17. Er bleef geen enkele man in Ai en Bet-El achter. Ze gingen allemaal Israël achterna. Zo bleef de stad onbeschermd achter.