BasisBijbel

Jozua 8:12-19 BasisBijbel (BB)

12. Er lagen ongeveer 5000 mannen in de hinderlaag tussen Bet-El en Ai, aan de westkant van de stad.

13. Het leger stond dus zó opgesteld: het grootste deel van het leger aan de noordkant van de stad, en een klein deel in een hinderlaag aan de westkant van de stad. Die nacht stak Jozua het dal over.

14. Toen de koning van Ai dat 's morgens vroeg zag, trok hij met zijn mannen de stad uit om tegen Israël te strijden. Hij verzamelde zijn hele leger op een veld vlak bij het dal. Want hij wist niet dat een deel van Israëls leger in een hinderlaag lag, aan de andere kant van de stad.

15. Jozua en zijn leger deden alsof ze werden verslagen. Ze vluchtten in de richting van de woestijn.

16. Daarom werden alle mannen die in de stad waren achtergebleven, opgeroepen om hen te achtervolgen. Zo werden ze bij de stad vandaan gelokt.

17. Er bleef geen enkele man in Ai en Bet-El achter. Ze gingen allemaal Israël achterna. Zo bleef de stad onbeschermd achter.

18. Toen zei de Heer tegen Jozua: "Steek nu je speer omhoog in de richting van Ai. Want Ik geef jullie de stad." Jozua stak zijn speer omhoog in de richting van de stad.

19. Dat was het teken voor de mannen die in de hinderlaag lagen. Ze stonden haastig op en renden naar de stad. Ze trokken binnen en staken de stad in brand.