BasisBijbel

Jozua 5:1-4 BasisBijbel (BB)

1. De koningen van de Amorieten aan de westkant van de Jordaan en de koningen van de Kanaänieten langs de zee hoorden, dat de Heer de Jordaan had laten opdrogen totdat alle Israëlieten waren overgestoken. Daardoor werden ze erg bang voor de Israëlieten. De moed zonk hun in de schoenen.

2. Toen zei de Heer tegen Jozua: "Maak stenen messen en besnijd alle Israëlieten."

3. Toen maakte Jozua stenen messen en besneed de Israëlieten op de 'Heuvel van de Besnijdenis.'

4. Alle volwassen mannen die uit Egypte waren vertrokken, waren onderweg in de woestijn gestorven.