BasisBijbel

Jozua 24:1-10 BasisBijbel (BB)

1. Jozua liet alle leiders, familiehoofden en rechters van alle stammen van Israël naar Sichem komen. Ze kwamen allemaal bij de Heer staan.

2. En Jozua zei tegen hen: "Dit zegt de Heer, de God van Israël: 'Jullie voorvaders hebben vroeger aan de overkant van de Rivier [ de Eufraat ] gewoond. Ook Terach, de vader van Abraham en Nahor. Zij dienden daar andere goden.

3. Maar Ik nam jullie voorvader Abraham mee naar deze kant van de Rivier en bracht hem naar het land Kanaän. Hij trok door het hele land. Ik gaf hem een zoon: Izaäk.

4. En aan Izaäk gaf Ik twee zonen: Jakob en Ezau. Ezau kreeg van Mij de bergen van Seïr als eigen gebied. Jakob en zijn zonen trokken naar Egypte.

5. Later stuurde Ik Mozes en Aäron daarheen en strafte Egypte. Ik bevrijdde jullie voorouders uit Egypte.

6. Toen ze bij de Rietzee kwamen, werden ze door de Egyptenaren met strijdwagens en ruiters achtervolgd.

7. Ze riepen Mij om hulp. Toen zorgde Ik ervoor dat er een zwarte wolk hing tussen hen en de Egyptenaren. En Ik zorgde ervoor dat de Egyptenaren door de zee werden weggespoeld. Jullie hebben gezien wat Ik met Egypte heb gedaan. Daarna hebben jullie lange tijd in de woestijn gewoond.

8. Ik bracht jullie in het land van de Amorieten, die aan de overkant van de Jordaan woonden. Toen zij jullie aanvielen, zorgde Ik ervoor dat jullie hen overwonnen. Ik vernietigde hen voor jullie en jullie veroverden hun land.

9. Toen maakte koning Balak van Moab zich klaar voor de strijd tegen Israël. Hij liet Bileam komen om jullie te vervloeken.

10. Maar Ik wilde niet naar Bileam luisteren. Ik zorgde ervoor dat hij jullie zegende in plaats van vervloekte. Zo redde Ik jullie uit zijn macht.