BasisBijbel

Jozua 22:30-34 BasisBijbel (BB)

30. Toen de priester Pinehas en de mannen die met hem waren meegekomen dit hoorden, vonden ze het goed.

31. Pinehas, de zoon van Eleazar, antwoordde: "Nu weten we dat de Heer nog steeds met ons is. Want jullie zijn dus niet ontrouw geworden aan de Heer. We zullen dus niet door de Heer worden gestraft."

32. Toen vertrok de priester Pinehas met de leiders weer uit Gilead. Hij ging met hen terug naar de Israëlieten in Kanaän. Daar vertelden ze wat er was gebeurd.

33. Toen waren de Israëlieten gerustgesteld en prezen de Heer. Ze dachten er niet meer over om tegen de stammen van Ruben en Gad te strijden en hun land te verwoesten.

34. En de stammen van Ruben en Gad noemden het altaar Ed [ (= 'getuige') ]. "Want," zeiden ze, "dit altaar is een getuige voor hen en voor ons dat de Heer onze God is."