BasisBijbel

Jozua 22:1-9 BasisBijbel (BB)

1. Toen riep Jozua de stammen van Ruben en Gad en de halve stam van Manasse bij zich.

2. Hij zei tegen hen: "Jullie hebben alles gedaan wat Mozes, de dienaar van de Heer, jullie bevolen had. En jullie hebben ook alles gedaan wat ik jullie gezegd had.

3. Jullie hebben geen enkele keer de andere stammen in de steek gelaten. Jullie hebben gedaan wat de Heer God jullie bevolen had.

4. Nu heeft jullie Heer God aan de andere stammen rust gegeven, zoals Hij beloofd had. Daarom mogen jullie nu naar huis teruggaan. Ga naar jullie eigen gebieden die Mozes jullie heeft gegeven.

5. Denk er alleen om dat jullie je heel precies blijven houden aan de wetten en leefregels die Mozes jullie heeft gegeven. Houd met je hele hart van jullie Heer God. Doe alles wat Hij zegt. Wees trouw aan Hem. Dien Hem met je hele hart en je hele ziel."

6. Toen zegende Jozua hen en liet hen naar huis teruggaan.

7. Mozes had aan de ene helft van de stam van Manasse een eigen gebied in Bazan gegeven [ aan de oostkant van de Jordaan ]. Jozua had aan de andere helft een eigen gebied gegeven bij de andere stammen aan de westkant van de Jordaan.

8. Toen zij naar huis terug gingen, zegende Jozua hen en zei: "Neem een grote schat mee terug naar huis. Neem zilver, goud, koper, ijzer, veel vee en heel veel kleren mee. Want jullie mogen een deel hebben van de buit die jullie samen met de andere stammen veroverd hebben."

9. Toen vertrokken de stammen van Ruben en Gad en de halve stam van Manasse uit Silo. Ze gingen terug naar het land Gilead. Want dat hadden zij als eigen gebied gekregen. Dat had de Heer aan Mozes bevolen.