BasisBijbel

Jozua 12:4-14 BasisBijbel (BB)

4. De tweede koning was koning Og van Bazan. Hij was één van de laatste reuzen.

5. Hij woonde in Astarot en Edreï en heerste over de Hermonbergen, Salka en heel Bazan tot aan het gebied van de Gezurieten en de Maächatieten, en over de [ andere ] helft van Gilead, tot aan het gebied van koning Sihon.

6. Mozes, de dienaar van de Heer, heeft hen met de Israëlieten verslagen. Hun land gaf hij aan de stammen van Ruben en Gad en aan de halve stam van Manasse.

7. De volgende koningen heeft Jozua met Israël verslagen aan de westkant van de Jordaan. Hun gebied liep van Baäl-Gad in het dal van de Libanon tot de Kale Bergen, die oplopen in de richting van Seïr. Hun land gaf Jozua aan de Israëlieten. Hij verdeelde het onder de verschillende stammen en families.

8. Dat land lag in de bergen, in het dal, in de vlakte, op de hellingen, in de woestijn en in het Zuiderland. Het was het land van de Hetieten, de Amorieten, de Kanaänieten, de Perezieten, de Hevieten en de Jebusieten.

9. De overwonnen koningen waren: de koning van Jericho. De koning van Ai bij Bet-El.

10. De koning van Jeruzalem. De koning van Hebron.

11. De koning van Jarmut. De koning van Lachis.

12. De koning van Eglon. De koning van Gezer.

13. De koning van Debir. De koning van Geder.

14. De koning van Horma. De koning van Harad.