BasisBijbel

Johannes 7:10-22 BasisBijbel (BB)

10. Maar zijn broers vertrokken naar het feest. Na een poosje ging Jezus Zelf ook. Maar voorzichtig, zodat de mensen het niet zouden merken.

11. De Joodse leiders zochten Hem op het feest. Ze zeiden: "Waar is Hij dan toch?"

12. En er werd veel maar voorzichtig over Hem gepraat. Sommige mensen zeiden: "Hij is goed." Maar anderen zeiden: "Nee, Hij leert de mensen verkeerde dingen."

13. Maar niemand durfde hardop te zeggen wat hij van Jezus vond. Want iedereen was bang voor de Joodse leiders.

14. Maar toen het feest al op de helft was, ging Jezus naar de tempel. Daar begon Hij les te geven.

15. De Joodse leiders waren heel verbaasd over Hem en zeiden tegen elkaar: "Hoe kan het dat deze Man zoveel van de Boeken weet, zonder dat Hij heeft gestudeerd?"

16. Jezus antwoordde: "Wat Ik zeg, weet Ik niet van Mijzelf. Ik weet het van Hem die Mij heeft gestuurd.

17. Mensen die ernaar verlangen om altijd te doen wat God wil, zullen weten of wat Ik zeg van God komt, of dat Ik het Zelf bedacht heb.

18. Iemand die zijn eigen ideeën brengt, wil graag zelf geprezen worden. Maar iemand die wil dat de persoon die hem heeft gestuurd, geprezen wordt, is eerlijk en heeft geen oneerlijke bedoelingen.

19. Mozes heeft jullie toch de wet gegeven? Toch doen jullie geen van allen wat de wet van Mozes zegt. Want waarom willen jullie Mij doden?"

20. De mensen zeiden: "U bent gek. Wie wil U dan doden?"

21. Jezus antwoordde: "Als Ik één ding doe, zijn jullie al boos.

22. Mozes heeft jullie gezegd dat jullie pasgeboren jongetjes moeten besnijden, zelfs als het de heilige rustdag is. Dat deden onze voorouders trouwens al lang vóórdat Mozes dat zei.