BasisBijbel

Johannes 6:17-29 BasisBijbel (BB)

17. Ze stapten in een boot en begonnen naar de overkant te roeien, naar Kapernaüm. Het was al donker geworden, maar Jezus was nog niet bij hen teruggekomen.

18. Intussen was het gaan stormen en de golven werden steeds hoger.

19. Toen ze ongeveer 25 of 30 stadiën [ (ongeveer 7 km) ] hadden geroeid, zagen ze Jezus over het meer lopen en naar de boot komen. Ze werden vreselijk bang.

20. Maar Jezus zei: "IK BEN het. Wees maar niet bang."

21. Ze wilden Hem bij zich in de boot nemen. Op dat moment waren ze plotseling aan de overkant.

22. De volgende dag was de grote groep mensen nog steeds aan de andere kant van het meer. Ze zagen dat er geen andere boot had gelegen dan die van de leerlingen. Ze wisten dat Jezus niet met zijn leerlingen in die boot was weggevaren. De leerlingen waren zonder Hem vertrokken.

23. Er kwamen wel andere bootjes uit Tiberias bij de plek waar ze het brood hadden gegeten nadat de Heer Jezus ervoor had gedankt.

24. De mensen zagen dat Jezus daar niet bij was en de leerlingen ook niet. Toen voeren ook zij naar de overkant, om Jezus in Kapernaüm te zoeken.

25. Toen ze Hem aan de overkant van het meer vonden, vroegen ze Hem: "Meester, wanneer bent U hier aangekomen?"

26. Jezus antwoordde: "Luister goed! Jullie zoeken Mij niet omdat jullie Mij wonderen hebben zien doen. Maar jullie zoeken Mij omdat jullie brood van Mij hebben gekregen en genoeg hebben kunnen eten.

27. Maar jullie moeten je niet zo druk maken over gewoon eten. Gewoon eten is ook weer gauw verdwenen. Zoek liever naar het eten dat eeuwig leven geeft. De Mensenzoon kan dat aan jullie geven. Want God de Vader heeft Mij daarvoor de macht en het recht gegeven."

28. Toen vroegen ze Hem: "Wat wil God dan dat we doen?"

29. Jezus antwoordde: "God wil dat jullie geloven in de Man die Hij heeft gestuurd."