BasisBijbel

Johannes 4:46-52 BasisBijbel (BB)

46. Jezus ging in Galilea ook weer naar Kana. Daar had Hij water in wijn veranderd. In Kapernaüm in Galilea woonde een hofdienaar van de koning. Zijn zoontje was ziek.

47. Toen de man hoorde dat Jezus uit Judea naar Galilea was gekomen, ging hij naar Hem toe. Hij smeekte Hem om met hem mee te komen om zijn zoontje te genezen, omdat het kind anders zou sterven.

48. Jezus zei tegen hem: "Jullie willen Mij alleen maar geloven als jullie wonderen zien!"

49. De man zei tegen Hem: "Heer, kom nu alstublieft gauw mee, voordat mijn kind sterft!"

50. Jezus zei tegen hem: "Ga naar huis. Je zoon leeft!" De man geloofde wat Jezus zei en ging naar huis.

51. Toen hij nog onderweg was, kwamen zijn dienaren hem tegemoet en vertelden hem dat het goed was met zijn kind.

52. Hij vroeg hoe laat zijn zoon was begonnen op te knappen. Ze antwoordden: "Gistermiddag om één uur verdween de koorts."