BasisBijbel

Johannes 4:27-35 BasisBijbel (BB)

27. Op dat moment kwamen de leerlingen terug. Ze waren verbaasd dat Hij met een vrouw aan het praten was. Toch zeiden ze er geen van allen iets van.

28. De vrouw liet haar waterkruik staan, ging naar de stad en zei tegen iedereen:

29. "Kom mee. Ik wil jullie iemand laten zien die mij precies wist te vertellen wat ik allemaal heb gedaan. Hij móet wel de Messias zijn."

30. En iedereen kwam de stad uit, naar Hem toe.

31. Intussen zeiden zijn leerlingen tegen Hem: "Meester, eet iets."

32. Maar Hij zei: "Nee, Ik heb al iets te eten waar jullie niets van weten."

33. De leerlingen zeiden tegen elkaar: "Heeft iemand Hem dan al eten gebracht?"

34. Jezus zei: "Het doen van Gods wil is als eten voor Mij. Ik wil doen waarvoor Hij Mij heeft gestuurd.

35. Jullie zeggen toch dat het nog vier maanden duurt voor je kan oogsten? Maar kijk eens om je heen. Dan kunnen jullie zien dat het graan op de velden al rijp is en geoogst kan worden.