BasisBijbel

Johannes 20:13-20 BasisBijbel (BB)

13. Ze zeiden tegen haar: "Vrouw, waarom huil je?" Ze antwoordde: "Omdat ze mijn Heer hebben weggehaald. En ik weet niet waar ze Hem hebben gelegd."

14. Toen draaide ze zich om en zag Jezus staan. Maar ze herkende Hem niet.

15. Jezus zei tegen haar: "Vrouw, waarom huil je? Wie zoek je?" Ze dacht dat het de tuinman was en antwoordde: "Als U Hem heeft weggehaald, zeg me dan waar U Hem heeft neergelegd! Dan zal ik Hem meenemen."

16. Toen zei Jezus: "Maria!" Ze draaide zich om en zei tegen Hem: "Meester!"

17. Jezus zei tegen haar: "Raak Mij niet aan. Want Ik ben nog niet naar mijn Vader in de hemel gegaan. Maar ga nu naar mijn broeders. Zeg hun dat Ik terugga naar mijn Vader die ook jullie Vader is. Naar mijn God die ook jullie God is."

18. Maria Magdalena ging naar de leerlingen en vertelde hun dat ze de Heer Jezus had gezien en wat Hij tegen haar had gezegd.

19. Toen het avond werd op die eerste dag van de week, zaten de leerlingen in huis. Ze hadden de deuren dicht gedaan, want ze waren bang voor de Joodse leiders. Plotseling stond Jezus bij hen. Hij zei: "Ik wens jullie vrede toe!"

20. Daarna liet Hij hun zijn handen en zijn zij zien. De leerlingen waren blij toen ze de Heer Jezus zagen.