BasisBijbel

Johannes 12:12-23 BasisBijbel (BB)

12. De volgende dag hoorden de mensen die voor het Paasfeest waren gekomen, dat Jezus naar Jeruzalem kwam.

13. Ze trokken takken van de palmbomen, gingen Hem tegemoet en riepen: "Hosanna! [ (= 'Red toch!') ] Gods zegen op de Man die door de Heer is gestuurd!" En: "Leve de Koning van Israël!"

14. Jezus liet een jonge ezel halen en ging er op zitten.

15. Dit staat ook in de Boeken: 'Wees niet bang, Jeruzalem, want je koning komt op een jonge ezel.'

16. Eerst begrepen de leerlingen dat niet. Maar toen Jezus uit de dood was opgestaan, herinnerden ze zich dat die woorden over Jezus gingen en dat het ook zo was gebeurd.

17. Iedereen die gezien had hoe Jezus Lazarus uit het graf riep, vertelde daarover.

18. Toen de mensen hoorden dat Jezus zoiets bijzonders had gedaan, gingen ze Hem in grote drommen tegemoet.

19. De Farizeeërs zeiden tegen elkaar: "Zie je dat ze helemaal niet naar ons luisteren? Kijk, de hele wereld loopt achter Hem aan!"

20. Er waren ook een paar Grieken op weg naar het feest, om God te aanbidden.

21. Ze gingen naar Filippus die uit Betsaïda in Galilea kwam. Ze vroegen hem: "Heer, we zouden Jezus graag willen spreken."

22. Filippus ging het tegen Andreas zeggen. Daarna gingen Andreas en Filippus het samen tegen Jezus zeggen.

23. Maar Jezus zei: "Binnenkort zal te zien zijn hoe machtig de Mensenzoon is.