BasisBijbel

Johannes 11:2-20 BasisBijbel (BB)

2. (Maria was de vrouw die later Jezus' voeten met parfum zalfde en met haar haren afdroogde.)

3. De zussen lieten Jezus waarschuwen: "Heer, uw vriend Lazarus is ziek."

4. Toen Jezus dat hoorde, zei Hij: "Deze ziekte zal niet dodelijk aflopen. Maar door deze ziekte zal [ straks ] te zien zijn hoe goed en machtig God is. De Zoon van God zal hierdoor laten zien hoe machtig Hij is."

5. Jezus hield veel van Marta, Maria en Lazarus.

6. Toen Hij gehoord had dat Lazarus ziek was, bleef Hij eerst nog twee dagen in de plaats waar Hij op dat moment was.

7. Daarna zei Hij tegen zijn leerlingen: "We gaan weer naar Judea."

8. De leerlingen zeiden tegen Hem: "Meester, laatst probeerden de Joodse leiders U daar te doden. En nu wilt U daar weer heen gaan?"

9. Jezus antwoordde: "Een dag duurt toch twaalf uur? Als je overdag loopt, kun je zien waar je loopt. Je struikelt niet, doordat je in het daglicht loopt.

10. Maar als je 's nachts loopt, struikel je, omdat je zelf geen licht in je hebt."

11. Daarna zei Hij: "Onze vriend Lazarus slaapt. Maar Ik ga naar hem toe om hem weer wakker te maken."

12. De leerlingen antwoordden Hem: "Heer, als hij slaapt, wordt hij weer beter."

13. Maar Jezus bedoelde dat hij gestorven was. Maar zijn leerlingen dachten dat Jezus bedoelde dat Lazarus gewoon sliep.

14. Toen zei Jezus het duidelijk tegen hen: "Lazarus is gestorven.

15. En Ik ben blij voor jullie dat Ik daar niet was. Want nu zullen jullie werkelijk in Mij geloven. Kom, we gaan naar hem toe."

16. Tomas, die ook wel Didymus [ (= 'tweeling') ] werd genoemd, zei tegen de andere leerlingen: "Kom, we gaan met Hem mee om samen met Hem te worden gedood."

17. Toen Jezus aankwam, hoorde Hij dat Lazarus al vier dagen in het graf lag.

18. Betanië lag vlak bij Jeruzalem, ongeveer 15 stadiën [ (ongeveer 4 km) ] daar vandaan.

19. Er waren veel Joden gekomen om Maria en Marta te troosten over de dood van hun broer.

20. Toen Marta hoorde dat Jezus eraan kwam, ging ze naar Hem toe. Maar Maria bleef thuis zitten.