BasisBijbel

Johannes 1:25-35 BasisBijbel (BB)

25. Ze vroegen hem: "Waarom doop je dan, als je niet de Messias of Elia of de profeet bent?"

26. Johannes antwoordde: "Ik doop in water. Maar ergens tussen jullie loopt de Man rond die jullie nog niet kennen.

27. Hij komt na mij. En Hij is veel belangrijker dan ik. Ik ben het niet eens waard om zijn sandalen los te maken."

28. Dit gebeurde allemaal in Betanië, aan de overkant van de rivier de Jordaan. Daar doopte Johannes de mensen.

29. De volgende dag zag hij Jezus naar zich toe komen. Toen zei hij: "Kijk, daar is het Offerlam van God. Hij gaat de schuld van alle mensen op Zich nemen, de schuld voor hun ongehoorzaamheid aan God.

30. Dit is de Man van wie ik zei dat Hij belangrijker is dan ik. Want Hij was er al voordat ik werd geboren.

31. Tot nu toe had ik Hem nog nooit gezien. Maar om Hém ben ik gekomen. Ik ben gekomen om Hem aan de Israëlieten bekend te maken en om hen in water te dopen."

32. Johannes vertelde wat hij had zien gebeuren [ toen hij Jezus doopte ]: "Ik zag dat de Heilige Geest als een duif neerdaalde uit de hemel en op Hem bleef.

33. Vóórdat dat gebeurde, wist ik nog niet dat Hij het was. Maar toen God mij stuurde om mensen met water te gaan dopen, had Hij tegen mij gezegd: 'De Man op wie je de Heilige Geest ziet komen en op Hem blijven, is de Man die met de Heilige Geest zal dopen.'

34. Ik heb dit zien gebeuren en ik zeg jullie dat deze Man de Zoon van God is."

35. De volgende dag stond Johannes daar weer, met twee van zijn leerlingen.