BasisBijbel

Johannes 1:19-30 BasisBijbel (BB)

19. De Joodse leiders stuurden priesters en Levieten naar Johannes toe. Ze moesten hem vragen wie hij nu eigenlijk was.

20. Op die vraag antwoordde hij eerlijk: "Ik ben niet de Messias ."

21. Toen vroegen ze hem: "Wie ben je dan? Ben je Elia ?" Maar Johannes zei: "Nee, ook niet Elia." "Ben je dan de profeet?" Hij antwoordde: "Nee."

22. "Maar wie ben je dan? Wat moeten we zeggen tegen de mensen die ons hebben gestuurd? Hoe noem je jezelf?"

23. Johannes antwoordde: "Ik ben de man over wie de profeet Jesaja al heeft gesproken. Ik ben de man die in de woestijn roept: 'Maak de weg vrij voor de Heer!' "

24. Er waren ook een paar Farizeeërs naar hem gestuurd.

25. Ze vroegen hem: "Waarom doop je dan, als je niet de Messias of Elia of de profeet bent?"

26. Johannes antwoordde: "Ik doop in water. Maar ergens tussen jullie loopt de Man rond die jullie nog niet kennen.

27. Hij komt na mij. En Hij is veel belangrijker dan ik. Ik ben het niet eens waard om zijn sandalen los te maken."

28. Dit gebeurde allemaal in Betanië, aan de overkant van de rivier de Jordaan. Daar doopte Johannes de mensen.

29. De volgende dag zag hij Jezus naar zich toe komen. Toen zei hij: "Kijk, daar is het Offerlam van God. Hij gaat de schuld van alle mensen op Zich nemen, de schuld voor hun ongehoorzaamheid aan God.

30. Dit is de Man van wie ik zei dat Hij belangrijker is dan ik. Want Hij was er al voordat ik werd geboren.