BasisBijbel

Job 6:12-23 BasisBijbel (BB)

12. Ik ben toch niet van steen?Mijn lichaam is toch niet van koper?

13. Ik ben helemaal hulpeloos.Ik weet me geen raad meer.

14. Een mens die geen medelijden toont met een vriend in nood,heeft geen ontzag voor de Almachtige God.

15. Ik kan niet vertrouwen op mijn vrienden.Ze zijn zo onbetrouwbaar als het water in een beek.

16. Eerst bruist de beek vol van water,als het ijs en de sneeuw op de bergen smelten.

17. Maar als het warm wordt, stroomt er steeds minder water in.En als het zomer is, is er niets van overgebleven.

18. De beek kronkelt de berg af,slingert de woestijn in en verdwijnt daar.

19. Karavanen uit Tema zoeken ernaar.Reizigers uit Scheba verwachten een beek te vinden.

20. Maar ze komen bedrogen uit.Als ze bij de beek komen, zien ze dat hij droog staat.

21. Jullie zijn net als zo'n beek: ik kan niet op jullie rekenen.Zodra jullie zien hoe erg het met mij is, raken jullie in paniek.Jullie geven mij niet de troost waar ik op hoopte.

22. Heb ik jullie soms gevraagd mij iets te geven?Heb ik jullie soms om een geschenk gevraagd waarmee ik mijn vijanden kan afkopen?

23. Heb ik jullie gevraagd om mij te redden uit de macht van schurken?Of gevraagd om losgeld voor mij te betalen aan mijn tegenstanders?