BasisBijbel

Job 41:3-11 BasisBijbel (BB)

3. En dan heb Ik het nog niet eens over zijn poten en zijn kracht.Kijk eens hoe sterk hij is en hoe prachtig hij er uitziet!

4. Wie durft zijn huid af te stropen?Of wie durft teugels om zijn kop te slaan?

5. Wie durft zijn muil open te doen?Zijn tanden zien er angstaanjagend uit!

6. Zijn rug bestaat uit beschermende platen.Ze zitten dicht tegen elkaar aan,als één groot geheel.

7. Ze zitten zó dicht tegen elkaar aan,dat zelfs de wind er niet tussen kan komen.

8. Ze sluiten precies op elkaar aan.Ze grijpen in elkaar, zodat niemand ze vaneen kan krijgen.

9. Als hij niest, zie je het licht schitteren.Zijn ogen schitteren rood als de opkomende zon.

10. Uit zijn muil komen vlammen.Vuurvonken schieten er uit.

11. Uit zijn neusgaten komt rook,zoals er damp komt uit een kokende pan.