BasisBijbel

Job 4:8-14 BasisBijbel (BB)

8. Ik heb het zelf gezien:mensen die kwaad doen, worden door het kwaad getroffen.

9. De adem van God doodt hen.Hij blaast en ze zijn er niet meer.

10. Ze lijken wel op leeuwen die brullen en grommen,maar God slaat die leeuwen de tanden uit de mond.

11. Ze lijken op oude leeuwen die sterven van de honger,omdat ze geen prooi meer kunnen vangen.Hun jongen zwerven hongerig rond.

12. Op een keer heb ik heel zachtjes iets horen zeggen.Het werd mij in het oor gefluisterd.

13. Dat gebeurde toen ik 's nachts in bed lag en onrustig droomde,terwijl alle mensen diep in slaap waren.

14. Het maakte me doodsbang.Ik lag te beven in mijn bed.