BasisBijbel

Job 39:33-38 BasisBijbel (BB)

33. Zijn jongen slurpen bloed.Waar doden liggen, is de arend te vinden.

34. En de Heer zei tegen Job:

35. Wil jij die alles zo goed weet,de Almachtige God beschuldigen?Antwoord Mij!

36. Toen antwoordde Job:

37. Ik ben helemaal niemand.Hoe zou ik U kunnen antwoorden?Ik leg mijn hand op mijn mond en zwijg.

38. Ik heb één keer gesproken,en dat was al te veel.Ik durf geen tweede keer te spreken.