BasisBijbel

Job 37:3-13 BasisBijbel (BB)

3. Hij laat de bliksemstralen langs de hemel flitsen.Ze flitsen tot het eind van de aarde.

4. Zijn stem dreunt achter hen aan.Hij dondert met machtige stem.Het blijft bliksemen terwijl Hij dreunend spreekt.

5. Wonderlijk is het als Gods stem dondert.Hij doet machtige dingen die wij niet begrijpen.

6. Hij laat het sneeuwen op aarde.Hij laat de stortregen neerkletteren.

7. De mensen kunnen niet verder werken.Ze begrijpen dat Hij die dingen doet.

8. De dieren zoeken een schuilplaatsen kruipen weg in hun holen.

9. De storm komt uit Gods voorraadkamer.De wind brengt kou mee.

10. Door de adem van God bevriest het water.Rivieren veranderen in ijs.

11. Ook maakt Hij de wolken zwaar van water.Het zonlicht splijt de wolken weer uiteen.

12. De zon schijnt over de hele aardeen doet wat Hij beveelt.

13. Soms straft Hij de aarde ermee,soms is het een zegen.Maar altijd is het volgens Gods bedoeling.