BasisBijbel

Job 33:20-29 BasisBijbel (BB)

20. Hij heeft geen trek meer in zijn eten.Hij heeft geen zin in lekkere dingen.

21. Hij vermagert tot er nog amper vlees op zijn botten zit.Zijn botten die eerst onzichtbaar waren, steken nu uit.

22. Hij ligt op sterven,hij is niet ver meer van de dood.

23. Maar als één van de vele engelen voor hem opkomten hem uitlegt wat zijn plicht als mens is,

24. dan zal God medelijden hebben en zeggen:"Red hem, zodat hij niet zal sterven.Ik zal het hem vergeven."

25. Dan wordt zijn lichaam weer gezond,nog gezonder dan hij eerst was.Hij voelt zich weer net zo sterk als in zijn jeugd.

26. Hij bidt vurig tot God en Hij luistert naar hem.God is weer blij met hem.Hij spreekt uit dat deze man onschuldig is.

27. Dan zingt de man het uit:"Ik had verkeerd gedaan,dingen gedaan die God niet goed vindt.Maar ik heb niet de straf gekregen die ik verdiende.

28. God heeft mij gered van de dood.Nu wandel ik weer in het licht."

29. Zo doet God deze dingen.Hij doet dat misschien twee of drie keer met een mens.