BasisBijbel

Job 31:22-38 BasisBijbel (BB)

22. Dan mag mijn arm uit de kom schieten!Dan mag voor straf mijn arm breken!

23. Juist uit ontzag voor wie Hij is, heb ik altijd zo geleefd!Want ik wist dat ik zijn straf niet zou kunnen verdragen.

24. Heb ik soms meer op mijn goud vertrouwd dan op God?Heb ik van mijn geld een afgod gemaakt?

25. Heb ik soms lopen opscheppen over mijn rijkdom?Heb ik opgeschept dat ik zo goed had verdiend?

26. Heb ik soms naar de zon gekeken als die scheenen naar de maan als die langs de hemel gleed

27. en me laten verleiden om hen als goden te aanbiddenen ze kushandjes toe te werpen?

28. Dat zou verkeerd geweest zijn.God de Rechter zou mij ervoor moeten straffen.Want ik zou ontrouw aan Hem zijn geweest.

29. Heb ik ervan genoten als het slecht ging met mijn vijand?Was ik blij als hij werd getroffen door een ramp?

30. Nee, ik heb ervoor gezorgd dat ik niets verkeerds gezegd heb.Ik heb nooit iemand vervloekt.

31. De mensen die in mijn huis wonen,kunnen getuigen dat iedereen bij mij altijd genoeg te eten kreeg.

32. Nooit liet ik vreemdelingen buiten staan.Reizigers mochten altijd bij me eten en overnachten.

33. Heb ik soms net als Adam geprobeerd om te verbergenwat ik verkeerd had gedaan

34. omdat ik bang was voor wat de mensen ervan zouden denken?Ben ik zo bang geweest voor de mening van andere mensen,dat ik de deur niet meer uit durfde?

35. Luisterde er maar iemand naar me!Dit is wat ik over mijzelf te zeggen heb tegen de Rechter.Antwoordde mijn Tegenpartij mij maar,en schreef Hij ook maar alles wat ik gezegd heb in een boekrol op.

36. Dan zou ik die als een sieraad op mijn schouder dragen,als een haarband om mijn hoofd doen.

37. Van alles wat ik heb gedaan,zou ik Hem vertellen waaróm ik het zo gedaan heb.Ik zou Hem recht kunnen aankijken.

38. Heeft soms mijn akker over mij geklaagd?Heeft de omgeploegde grond iets op me aan te merken?