BasisBijbel

Job 3:6-17 BasisBijbel (BB)

6. Was die dag de zon maar niet opgegaan.Dan was die dag er nooit geweest.Dan was hij niet op de kalender voorgekomen.

7. Was ik die nacht maar niet geboren.Was er die nacht maar niemand blij geweest over mijn geboorte.

8. Laten de mensen die dag maar vervloeken.De tovenaars die met hun kunsten het zeemonster kunnen beheersen,mogen van mij die dag vervloeken.

9. Waren de morgensterren die dag maar niet opgekomen.Dan had die dag vergeefs op het licht gewacht.Dan had hij nooit de eerste zonnestralen gezien.

10. Maar helaas, die nacht werd ik geboren.Niemand hield mijn geboorte tegen.En zo begon mijn ellendig leven.

11. Waarom ben ik niet onmiddellijk gestorven?Waarom ben ik niet gestikt op het moment dat ik op de wereld kwam?

12. Waarom was ik welkom op mijn moeders schoot?Waarom was er iemand die mij de borst gaf?

13. Als dat niet zo geweest was, zou ik nu rustig in het graf liggen.Ik zou slapen en rust hebben.

14. Ik zou rustig liggen bij koningen en bestuurders.Ik zou liggen bij koningen die verwoeste steden herbouwden.

15. Ik zou rusten bij koningen die rijk geweest warenen hun paleizen vulden met zilver en goud.

16. Waarom ben ik niet in de buik van mijn moeder gestorven?Waarom was ik geen doodgeboren kind dat nooit het licht te zien kreeg?

17. In de dood komen ook de slechte mensen tot rust.Daar rusten de mensen die geen kracht meer hadden.