BasisBijbel

Job 3:2-13 BasisBijbel (BB)

2. Hij zei:

3. Ik wilde wel dat de dag dat ik werd geboren er nooit geweest was.Dat nooit die nacht gekomen was waarin gezegd werd:"Kijk, het is een jongetje!"

4. Die dag had beter overgeslagen kunnen worden.God had beter kunnen vergeten hem te maken.Die dag had er nooit moeten zijn.

5. Die dag had opgeslokt moeten worden door de nacht.Hij had helemaal donker moeten blijven,een dikke wolk had hem moeten bedekken.Was het maar donker gebleven, dan was die dag er nooit gekomen.

6. Was die dag de zon maar niet opgegaan.Dan was die dag er nooit geweest.Dan was hij niet op de kalender voorgekomen.

7. Was ik die nacht maar niet geboren.Was er die nacht maar niemand blij geweest over mijn geboorte.

8. Laten de mensen die dag maar vervloeken.De tovenaars die met hun kunsten het zeemonster kunnen beheersen,mogen van mij die dag vervloeken.

9. Waren de morgensterren die dag maar niet opgekomen.Dan had die dag vergeefs op het licht gewacht.Dan had hij nooit de eerste zonnestralen gezien.

10. Maar helaas, die nacht werd ik geboren.Niemand hield mijn geboorte tegen.En zo begon mijn ellendig leven.

11. Waarom ben ik niet onmiddellijk gestorven?Waarom ben ik niet gestikt op het moment dat ik op de wereld kwam?

12. Waarom was ik welkom op mijn moeders schoot?Waarom was er iemand die mij de borst gaf?

13. Als dat niet zo geweest was, zou ik nu rustig in het graf liggen.Ik zou slapen en rust hebben.