BasisBijbel

Job 24:7-17 BasisBijbel (BB)

7. Ze overnachten in te dunne kleren.Ze hebben geen deken als het koud is.

8. In de bergen worden ze drijfnat van de regen.Omdat ze geen dak boven hun hoofd hebben,kruipen ze dicht tegen een rots aan.

9. Er zijn mensen die kleine kinderen bij hun moeder weghalen.Ze nemen hen mee als slaaf.Ze nemen een onderpand van arme mensen.

10. Ze sturen mensen die geen kleren hebben weg,zonder kleren aan hen te geven.Ze laten hun graan oogsten door mensen die zelf honger hebben.

11. Ze laten hun olijf-olie door arme mensen uitpersen.Ze laten hun druiven persen door mensen die zelf hevige dorst hebben.

12. Uit de stad klinkt het gekreun van stervende mensen.Gewonden roepen er om hulp.Maar God lijkt er niets aan te doen.

13. Er wonen schurken.Ze houden zich alleen maar bezig met slechte dingenen doen nooit iets goeds of eerlijks.

14. Vlak voor het licht wordt, gaan de moordenaars op padom arme mensen te vermoorden.'s Nachts gaan ze uit stelen.

15. Andere mannen zijn ontrouw aan hun eigen vrouw.Ze wachten op het schemerdonker om niet herkend te worden,slaan een doek om hun gezicht [ en gaan naar een andere vrouw ].

16. Inbrekers plegen 's nachts inbraken in de huizendie ze overdag alvast hebben uitgezocht.Ze willen niets van het daglicht weten.

17. Want ze zijn bang herkend en gedood te worden.Het daglicht is voor hen levensgevaarlijk.