BasisBijbel

Job 24:11-25 BasisBijbel (BB)

11. Ze laten hun olijf-olie door arme mensen uitpersen.Ze laten hun druiven persen door mensen die zelf hevige dorst hebben.

12. Uit de stad klinkt het gekreun van stervende mensen.Gewonden roepen er om hulp.Maar God lijkt er niets aan te doen.

13. Er wonen schurken.Ze houden zich alleen maar bezig met slechte dingenen doen nooit iets goeds of eerlijks.

14. Vlak voor het licht wordt, gaan de moordenaars op padom arme mensen te vermoorden.'s Nachts gaan ze uit stelen.

15. Andere mannen zijn ontrouw aan hun eigen vrouw.Ze wachten op het schemerdonker om niet herkend te worden,slaan een doek om hun gezicht [ en gaan naar een andere vrouw ].

16. Inbrekers plegen 's nachts inbraken in de huizendie ze overdag alvast hebben uitgezocht.Ze willen niets van het daglicht weten.

17. Want ze zijn bang herkend en gedood te worden.Het daglicht is voor hen levensgevaarlijk.

18. Hun leven gaat voorbij als een snelstromende rivier.Hun akkers zijn vervloekten niemand wil in hun wijngaarden werken.

19. Zoals in de zomer de droogte en de hitte het smeltwater doen verdwijnen,zo slokt het dodenrijk de slechte mensen op.

20. Zelfs hun moeder vergeet hen.De wormen eten zich vol aan hen en niemand denkt nog aan hen.Net zoals een boom plotseling afbreekt in een storm,zo komt er aan al hun slechte daden plotseling een eind.

21. Ze nemen hulpeloze vrouwen alles af.Voor arme weduwen willen ze niets doen.

22. Ze kunnen zelfs machtige mensen laten doen wat zíj willen.Niemand is zijn leven zeker.

23. Maar God laat hen met rust, zodat ze denken dat ze veilig zijn.Toch blijft God letten op alles wat ze doen.

24. Een korte tijd zijn ze machtig.Maar plotseling zijn ze er niet meer,net als alle andere mensen.Ze worden door de dood weggemaaid, afgesneden als graan.

25. Wie durft te beweren dat dit niet waar is?Wie durft te zeggen dat ik lieg?