24. Waarom verbergt U Zich voor mij?Waarom behandelt U me als een vijand?
25. Waarom doet U mij kwaad?Ik stel niets voor!Ik ben maar als een afgevallen blad, een verdroogde grashalm.
26. Waarom straft U me zo zwaar?Waarom straft U me nu pasvoor de dingen die ik verkeerd heb gedaan toen ik nog jong was?
27. U heeft mij gevangen gezet, met mijn voeten in het blok.U bespiedt alles wat ik doe en laat mijn voeten struikelen.