BasisBijbel

Job 12:14-25 BasisBijbel (BB)

14. Als Hij iets afbreekt,wordt het niet meer opgebouwd.Als Hij iemand opsluit,is er niemand die hem vrijlaat.

15. Als Hij het niet meer laat regenen,drogen de beken op.Als Hij de regen laat vallen,wordt alles overspoeld.

16. Hij is machtig en verstandig.Slechte mensen en hun slachtoffers zijn allebei in zijn macht.

17. Raadgevers stuurt Hij arm weg.Rechters maakt Hij tot dwazen.

18. Mensen die door koningen gevangen gezet zijn, bevrijdt Hij.In hun plaats bindt Hij de koningen vast.

19. Leiders stuurt Hij in armoede weg.Machtige mensen brengt Hij ten val.

20. Raadgevers legt Hij het zwijgen op.Oude wijze mannen neemt Hij hun wijsheid af.

21. Belangrijke mensen komen voor schut te staan.Machtige mensen maakt Hij machteloos.

22. Hij legt de diepste diepten bloot.De diepste duisternis brengt Hij aan het licht.

23. Hij maakt volken groot en vernietigt ze weer.Hij maakt volken machtig en doet hen later weer verdwijnen.

24. Leiders van landen berooft Hij van hun verstand,zodat ze ronddwalen in de wildernis.

25. Ze tasten rond in het donker,ronddwalend alsof ze dronken zijn. (lees verder)