BasisBijbel

Jesaja 65:1-11 BasisBijbel (BB)

1. [ De Heer zegt: ] "Ik ben gevonden door mensen die niet naar Mij vroegen. Ik zei aldoor 'Kijk, hier ben Ik, hier ben Ik!' tegen het volk dat Mij niet aanbad.

2. De hele dag strek Ik mijn armen uit naar een ongehoorzaam volk. Naar een volk dat doet wat het zelf wil. Naar een volk dat verkeerde dingen doet.

3. Aldoor maken ze Mij kwaad met wat ze doen. Ze offeren in hun tuinen vlees en wierook aan allerlei goden.

4. Ze gaan op de begraafplaatsen zitten [ om met de doden te spreken ]. Ze blijven slapen bij de graven [ omdat ze hopen dat de geesten daar tot hen zullen spreken ]. Ze eten varkensvlees en allerlei andere dingen die Ik verboden heb.

5. Ze zeggen: 'Kom niet te dicht bij mij, want ik ben veel heiliger dan jij.' Ze irriteren Mij zoals rook je neus irriteert, rook van een vuur dat de hele dag smeult.

6. Maar hun schuld staat opgeschreven in het boek dat vóór Mij ligt. Ik zal hun schuld niet verzwijgen. Ik zal hen ervoor straffen.

7. Ik zal in één keer afrekenen met hun schuld en met die van hun voorouders. Ik zal hen straffen voor alle offers die ze hebben gebracht op de heuvels en de bergen. Want ze hebben Mij daarmee zwaar beledigd. Ik zal hun de straf geven die ze verdienen.

8. De Heer zegt: De mensen gooien een slechte druiventros niet in zijn geheel weg, omdat in sommige druiven nog wel sap zit. Net zo zal Ik mijn volk niet in zijn geheel vernietigen, omdat een aantal mensen Mij nog dient.

9. Een aantal mensen van mijn volk Israël zal overblijven. Een overblijfsel van Juda zal mijn bergen bezitten. Zij zullen mijn dienaren zijn, de mensen die Ik heb uitgekozen. En zij zullen daar wonen.

10. De Saron-vlakte zal een grasland worden voor de schapen. In het Achor-dal zullen koeien rusten. Het zal zijn voor mijn volk dat naar Mij verlangt.

11. Maar er zijn ook mensen die Mij en mijn heilige berg vergeten. Die voor Gad en Meni offers brengen en feesten houden. Ze gieten zich vol met drank voor hun goden.