BasisBijbel

Jesaja 43:9-22 BasisBijbel (BB)

9. Laat alle volken bij elkaar komen. Zorg dat alle landen aanwezig zijn. Wie van hun goden vertelt van tevoren dat dit in de toekomst gaat gebeuren? Wie van hen vertelt wat er in het verleden is gebeurd? Laat hun getuigen naar voren komen, zodat ze gelijk kunnen krijgen. Dan zullen de mensen het horen en zien dat het de waarheid is.

10. Israël, jij bent míjn getuige, zegt de Heer. Jij bent mijn dienaar die Ik heb uitgekozen. Je moet Mij geloven. Je moet weten en begrijpen dat Ik Dezelfde ben. Vóór Mij is er nooit een andere God geweest en er zal ook nooit een andere God zijn.

11. Ik ben de Heer, en Ik ben de enige Redder.

12. Ik heb van tevoren gezegd dat Ik je zou redden en dat heb Ik ook gedaan. Ik heb je alles verteld. Ik ben geen vreemde voor jou. Jij bent mijn getuige dat Ik God ben, zegt de Heer.

13. Ik was er al voordat dag en nacht bestonden. Niemand kan aan mijn macht ontsnappen. Wat Ik doe, kan door niemand worden tegengehouden.

14. Dit zegt de Heer, je Redder, de Heilige God van Israël: Om jou te redden stuur Ik iemand naar Babel. En de Babyloniërs zullen [ voor hem ] naar hun schepen vluchten waar ze zo trots op waren.

15. Israël, Ik ben de Heer, je Heilige God, je Maker, je Koning.

16. Dit zegt de Heer: vroeger heb Ik een weg door de zee gemaakt en een pad door het wilde water.

17. Ik liet een leger van wagens en paarden oprukken, een machtig leger van helden. Dat hele leger is gedood en stond nooit meer op. Het werd als een olielamp uitgedoofd.

18. Maar denk nu niet meer aan wat Ik vroeger heb gedaan.

19. Let op, Ik ga nieuwe dingen doen! Nu gaan die beginnen! Let goed op! Ik zal een weg maken in de woestijn. Ik zal rivieren maken in de wildernis.

20. De wilde dieren zullen Mij eren. Want Ik zal water in de woestijn geven en rivieren in de wildernis. Dat doe Ik om het volk dat Ik heb uitgekozen, te drinken te geven.

21. Het volk dat Ik voor Mij heb gemaakt, zal vertellen wat een geweldige dingen Ik voor hen heb gedaan."

22. [ De Heer zegt: ] "Maar jullie hebben Mij niet om hulp geroepen, volk van Israël. Jullie hebben geen moeite voor Mij gedaan.