BasisBijbel

Jesaja 40:2-9 BasisBijbel (BB)

2. Spreek de bewoners van Jeruzalem moed in. Roep hun toe dat er een eind is gekomen aan al hun ellende. Ze zijn genoeg gestraft. Ze zijn meer dan genoeg gestraft voor alles wat ze verkeerd hebben gedaan."

3. Iemand roept in de woestijn: "Baan de weg voor de Heer. Maak in de steppe een rechte weg voor onze God."

4. Alle dalen zullen worden opgevuld en alle heuvels vlak gemaakt. De weg zal rechtgemaakt worden. De rotsgrond zal vlak gemaakt worden.

5. Dan zullen de mensen de schitterende macht en majesteit van de Heer zien. Alles wat leeft zal die zien, want de Heer heeft het gezegd [ en Hij zal het ook doen ].

6. Iemand zegt: "Roep!" Er wordt gevraagd: "Wat moet ik roepen?" [ Roep dit: ] "De mensen zijn als gras. Hun schoonheid is als een bloem in het veld.

7. Het gras verdroogt en de bloem valt af als de adem van de Heer er overheen blaast. Ja, de mensen zijn als gras.

8. Het gras verdroogt, de bloem valt af, maar het woord van God blijft voor eeuwig."

9. Bewoners van Jeruzalem, klim op een hoge berg en roep daar het goede nieuws! Roep, bewoners van Jeruzalem, en wees niet bang! Zeg tegen de steden van Juda: 'Kijk, hier is jullie God!'