BasisBijbel

Jesaja 40:14-18 BasisBijbel (BB)

14. Met wie heeft Hij overlegd? Wie heeft Hem iets geleerd en wie heeft Hem wijsheid gegeven? Wie heeft Hem gezegd hoe het moet?

15. Let op, de volken zijn maar als een druppel aan een emmer, als een stofje aan een weegschaal. Let op, Hij strooit de eilanden uit als fijn stof!

16. Alle bomen op de Libanon zijn niet genoeg voor een brand-offer voor de Heer. Er zijn niet genoeg wilde dieren om Hem een brand-offer te brengen dat Hem voldoende eert.

17. Vergeleken met God stellen de volken niets voor. Vergeleken met Hem zijn ze klein en onbelangrijk.

18. Met wie of met wat willen jullie God vergelijken? [ Met een godenbeeld? ]