BasisBijbel

Jesaja 24:9-20 BasisBijbel (BB)

9. Er wordt niet meer gedronken en gezongen. De wijn is bitter geworden.

10. De verwoeste stad ligt in puin, de huizen zijn onbewoonbaar.

11. In de straten jammeren de mensen omdat er geen wijn meer is. Alle vrolijkheid is verdwenen.

12. De stad is één grote berg puin. De poortdeuren zijn stukgehakt.

13. Maar in dit land, tussen deze volken, zal een klein overblijfsel blijven bestaan. Net zoals na de olijvenoogst of druivenoogst nog een paar olijven of druiven aan de boom overblijven.

14. De mensen die overblijven, zullen juichen en jubelen over de hemelse macht en majesteit van de Heer, vanaf de zeekust [ tot in het hele land ].

15. Prijs daarom van oost tot west de Heer, de God van Israël.

16. Over de hele wereld horen we mensen de Heer met liederen prijzen: 'Prijs de Heer, de rechtvaardige God.' Maar ik zeg [ nu ]: "Help! Het is afgelopen met me! Ik verhonger!" Want de mensen zijn slecht. Ja, ze zijn door en door slecht.

17. Pas maar op, bewoners van het land! Het zal slecht met jullie aflopen!

18. Mensen die vluchten voor het gevaar, vallen in een kuil. En wie weer uit de kuil klimmen, komen in vangnetten terecht. Het zal vreselijk gaan regenen en er zal een zware aardbeving komen.

19. De aarde zal openbarsten, schudden en beven.

20. De aarde zal waggelen als een dronken man. De aarde zal schudden als een gammele hut in het veld. De aarde zal schudden onder Gods straf voor alle slechte dingen die de mensen hebben gedaan. De aarde zal bezwijken en niet meer opstaan.