BasisBijbel

Jesaja 24:7-17 BasisBijbel (BB)

7. De wijnstruiken verdrogen. De druiven verschrompelen. De mensen die eerst zo blij waren, lopen nu te zuchten.

8. Er wordt niet meer vrolijk gedanst op muziek.

9. Er wordt niet meer gedronken en gezongen. De wijn is bitter geworden.

10. De verwoeste stad ligt in puin, de huizen zijn onbewoonbaar.

11. In de straten jammeren de mensen omdat er geen wijn meer is. Alle vrolijkheid is verdwenen.

12. De stad is één grote berg puin. De poortdeuren zijn stukgehakt.

13. Maar in dit land, tussen deze volken, zal een klein overblijfsel blijven bestaan. Net zoals na de olijvenoogst of druivenoogst nog een paar olijven of druiven aan de boom overblijven.

14. De mensen die overblijven, zullen juichen en jubelen over de hemelse macht en majesteit van de Heer, vanaf de zeekust [ tot in het hele land ].

15. Prijs daarom van oost tot west de Heer, de God van Israël.

16. Over de hele wereld horen we mensen de Heer met liederen prijzen: 'Prijs de Heer, de rechtvaardige God.' Maar ik zeg [ nu ]: "Help! Het is afgelopen met me! Ik verhonger!" Want de mensen zijn slecht. Ja, ze zijn door en door slecht.

17. Pas maar op, bewoners van het land! Het zal slecht met jullie aflopen!