BasisBijbel

Jesaja 24:2-13 BasisBijbel (BB)

2. Hij zal iedereen hetzelfde behandelen: met iedereen loopt het slecht af. Met priesters en gewone mensen, heren en knechten, meesteressen en slavinnen, verkopers en kopers, mensen die lenen en mensen die uitlenen, mensen die nog geld moeten betalen en mensen die nog geld moeten krijgen.

3. Het land zal helemaal verwoest en leeggeroofd worden. De Heer heeft het gezegd [ en Hij zal het ook doen ].

4. Het land treurt en verdroogt. Alles verdort. Zelfs de rijke mensen verhongeren.

5. Want het land is door de bewoners bedorven. Dat komt doordat ze zich niet aan Gods wetten hebben gehouden. Ze hebben God niet gehoorzaamd. Ze hebben het eeuwige verbond met God verbroken.

6. Daarom is het land vervloekt. De mensen die er wonen, zullen sterven. De bewoners zullen verbrand worden en er zullen er maar weinig overblijven.

7. De wijnstruiken verdrogen. De druiven verschrompelen. De mensen die eerst zo blij waren, lopen nu te zuchten.

8. Er wordt niet meer vrolijk gedanst op muziek.

9. Er wordt niet meer gedronken en gezongen. De wijn is bitter geworden.

10. De verwoeste stad ligt in puin, de huizen zijn onbewoonbaar.

11. In de straten jammeren de mensen omdat er geen wijn meer is. Alle vrolijkheid is verdwenen.

12. De stad is één grote berg puin. De poortdeuren zijn stukgehakt.

13. Maar in dit land, tussen deze volken, zal een klein overblijfsel blijven bestaan. Net zoals na de olijvenoogst of druivenoogst nog een paar olijven of druiven aan de boom overblijven.