BasisBijbel

Jesaja 14:1-17 BasisBijbel (BB)

1. [ Jesaja zegt: ] Want de Heer zal medelijden hebben met het volk Israël. Opnieuw zal Hij Israël uitkiezen. Opnieuw zal Hij het volk in zijn eigen land laten wonen. Dan zullen de vreemdelingen zich bij hen aansluiten. Ze zullen bij Israël willen horen.

2. De volken zullen de Israëlieten komen halen en Israël naar zijn eigen plaats brengen. Ze zullen de slaven worden van de Israëlieten, in het land dat Israël van de Heer heeft gekregen. Zo zullen de volken die eerst de Israëlieten gevangen hadden genomen, nu zelf gevangenen zijn. Zo zullen de Israëlieten heersen over de volken die eerst over hen heersten.

3. In die tijd zal de Heer een einde maken aan jullie verdriet en jullie slavernij.

4. En dan zullen jullie een spotlied maken op de koning van Babel: "Het is afgelopen met de onderdrukker!Het is afgelopen met die gouden stad!

5. De Heer heeft de macht gebrokenvan de mensen die zich niets van Hem aantrekken.

6. Hij heeft de macht gebrokenvan de koningen die zonder ophouden en zonder medelijden de landen veroverden,zonder dat iemand hen kon tegenhouden.

7. Maar nu heeft de hele aarde rust.Iedereen juicht en is blij.

8. Zelfs de cipressen zijn blij met de vrede,samen met de cederbomen van de Libanon.Ze zeggen: 'Sinds jij bent neergeslagen,komt niemand ons meer omhakken.'

9. Het dodenrijk is in rep en roer om je te ontvangen, koning van Babel!De geesten van mensen die allang dood zijn,worden voor jou wakker gemaakt.De geesten van gestorven koningen staan op van hun troon.

10. Ze heten je welkom met de woorden:'Jij bent nu net als wij je kracht kwijt.Je bent nu één van ons.

11. Je rijkdom en je muziek zijn met jou verdwenen.Voortaan zijn wormen je matras en larven je deken.'

12. Morgenster, zoon van het ochtendlicht, wat ben je diep gevallen!Jij die over de volken heerste, bent neergeslagen.

13. En je dacht nog wel: 'Ik zal opstijgen naar de hemel,en hoog boven de sterren van God mijn troon neerzetten.Ik zal op mijn troon zitten op de bergwaar de engelen voor de troon van God samenkomen,ver in het noorden.

14. Ik zal hoog boven de wolken op mijn troon zitten.Ik zal net zo machtig zijn als de Allerhoogste God.'

15. Maar wat is er van je geworden?Je bent in het dodenrijk neergestort,in het diepst van de aarde!

16. Wie jou nu zien, kijken verbaasd naar je.Ze denken: 'Is dit nu de man voor wie de hele wereld bang was?Is dit de man voor wie de koningen beefden?

17. Die de wereld veranderde in een wildernis?Die alle steden verwoestte?Die nooit een gevangene naar huis terug liet gaan?'