BasisBijbel

Jeremia 9:18-26 BasisBijbel (BB)

18. Zorg dat ze zo gauw mogelijk komen. Vraag hun om treurliederen voor jullie te zingen. Laat de tranen over jullie wangen stromen.

19. Want uit Jeruzalem is gehuil en gejammer te horen: 'De stad is vernietigd! We zijn verloren! We moeten ons land verlaten! Ze hebben al onze steden verwoest!'

20. Luister, klaagvrouwen, naar wat de Heer zegt. Leer dit klaaglied. Leer het ook aan jullie dochters en vriendinnen:

21. 'De dood is door onze ramen naar binnen geklommen.Hij is onze paleizen binnen gekomen.Hij heeft de kinderen in de straten gedood,de jonge mensen op de pleinen vermoord.

22. De Heer zegt:De lijken van de mensen liggen overal,als mest op het veld,als korenhalmen die achter de maaier op de grond vallen,en door niemand worden opgeraapt.' "

23. De Heer zegt: "Laten wijze mensen maar niet blij zijn over hun wijsheid. Laten sterke mensen maar niet blij zijn over hun kracht. Laten rijke mensen maar niet blij zijn over hun rijkdom.

24. Maar als iemand blij wil zijn, laat hij er dan blij over zijn dat hij Mij kent. Dat hij weet dat Ik de Heer ben, dat Ik goed en liefdevol ben en dat Ik rechtvaardig over de aarde heers. Want dat zijn de dingen waar Ik van geniet, zegt de Heer.

25. Er komt een tijd, zegt de Heer, dat Ik mijn volk zal straffen, ook al heeft het een verbond met Mij. Ik zal hen net zo straffen als de volken die geen verbond met Mij hebben.

26. Ik zal ze allemaal straffen: Egypte en Juda, Edom en de Ammonieten, Moab en alle volken die in de woestijn leven en die de hoeken van hun haar afscheren. Al die andere volken hebben geen verbond met Mij. Het volk Israël heeft wél een verbond met Mij, maar toch wil het niet naar Mij luisteren." (lees verder)