BasisBijbel

Jeremia 52:14-32 BasisBijbel (BB)

14. En hij liet zijn leger de muren van Jeruzalem afbreken.

15. De arme mensen die eerst nog in de stad en in het land waren achtergelaten, én iedereen die naar de koning van Babel was overgelopen, nam Nebuzaradan gevangen mee naar Babel.

16. Hij liet alleen een klein aantal van de allerarmste mensen in het land achter. Zij moesten voor de akkers en wijngaarden zorgen.

17. Verder braken de Babyloniërs in de tempel van de Heer de koperen pilaren, de grote koperen waskom en de onderstellen daarvan in stukken. En ze namen al dat koper mee naar Babel.

18. Ook de koperen potten, scheppen, vorken, offerschalen en wierookschalen, dus al het koperen gereedschap dat bij de offers gebruikt werd, namen ze mee.

19. Nebuzaradan nam zelf alles mee wat van goud of zilver was: schotels, vuurpannen, offerschalen, potten, kandelaren, schalen en kommen.

20. De twee pilaren, de grote koperen waskom en de onderstellen daarvan in de vorm van twaalf koperen ossen waren vroeger door koning Salomo voor de tempel van de Heer gemaakt. Er was zoveel koper voor gebruikt, dat het allemaal niet te wegen was.

21. De pilaren waren 18 el [ (8,10 meter) ] hoog, met een omtrek van 12 el [ (5,40 meter) ]. Ze waren hol. De wand was vier vingers dik.

22. Bovenop de pilaren zat een koperen sierstuk van 5 el [ (2,25 meter) ] hoog. Daar omheen zat een koperen netwerk, versierd met granaatappels.

23. Er zaten 100 granaatappels aan elk netwerk, maar er waren er maar 96 te zien.

24. Ook nam Nebuzaradan nog een aantal mensen gevangen: de hoofdpriester Seraja, de tweede priester Zefanja, de drie deurwachters,

25. één hofdienaar die het bevel had gehad over het leger, zeven raadgevers van de koning die nog in de stad gevonden werden, de schrijver van de legeraanvoerder die uit het hele land de mensen opriep voor dienst in het leger, en 60 gewone mannen uit de stad.

26. Deze nam hij mee naar de koning van Babel in Ribla.

27. En de koning van Babel liet hen daar doden. Zo werd het volk van Juda gevangen uit zijn land meegenomen.

28. In totaal nam Nebukadnezar een groot aantal mensen uit Juda mee. Toen hij zeven jaar koning was nam hij 3.023 Judeeërs gevangen mee.

29. Toen hij 18 jaar koning was nog 832 Jeruzalemmers.

30. En toen Nebukadnezar 23 jaar koning was nam de aanvoerder van de lijfwacht, Nebuzaradan, nog 745 Judeeërs mee. In totaal 4600 mensen.

31. Toen koning Jojachin van Juda 37 jaar in Babel gevangen zat, werd Evil-Merodach koning van Babel. Hij liet Jojachin uit de gevangenis halen. Dat was op de 25e dag van de twaalfde maand.

32. Hij was vriendelijk tegen hem en gaf hem de belangrijkste plaats onder de andere koningen die bij hem in Babel waren.