BasisBijbel

Jeremia 51:42-50 BasisBijbel (BB)

42. Babel is door de zee overspoeld, door de woeste golven bedekt.

43. De steden zijn helemaal verwoest. Het land is een dorre, droge steppe geworden. Er woont niemand meer. Er trekt zelfs geen reiziger meer doorheen.

44. Ik zal Bel, de god van Babel, straffen. Ik zal uit zijn muil halen wat hij heeft opgeslokt. De volken zullen niet langer naar Babel komen. Want de muur van Babel is neergehaald.

45. Mijn volk, ga weg uit Babel! Vlucht! Red je leven! Want Ik ga Babel straffen.

46. Wees niet bang en verlies niet de moed door wat je om je heen hoort zeggen. Elk jaar zullen de mensen met nieuwe, vreselijke berichten komen. Er is geweld in het land. De ene heerser strijdt tegen de andere.

47. Want let op, op een dag zal Ik de goden van Babel straffen. Alle bewoners van het land zullen bedrogen uitkomen. Want ze vertrouwden op goden die niets doen. In het hele land zullen de lijken liggen.

48. Dan zullen de hemel en de aarde juichen over de verovering van Babel. Want uit het noorden zullen de verwoesters op Babel afkomen, zegt de Heer.

49. Babel doodde velen van het volk Israël. Nu zal het zelf gedood worden.

50. Als je aan de dood hebt weten te ontsnappen, vlucht dan en blijf niet staan. Denk aan Mij en aan Jeruzalem, ook al ben je nu nog ver weg.