BasisBijbel

Jeremia 51:1-11 BasisBijbel (BB)

1. Dit zegt de Heer: Let op, Ik zal op Babylonië en zijn bewoners een vijand afsturen, als een vernietigende storm. Babylonië zal in het hart geraakt worden.

2. Ik stuur er vijanden op af die het land helemaal zullen uitschudden. Van alle kanten zullen ze het land binnen vallen.

3. Boogschutters, span je boog! Trek je pantser aan! Dood de jonge mannen! Dood het hele leger van de Babyloniërs!

4. Het hele land zal vol liggen met lijken.

5. Want Israël en Juda zullen niet door Mij alleen achtergelaten worden, zoals een vrouw alleen achterblijft als haar man gestorven is. Want Ik ben de Heer van de hemelse legers. Ik blijf voor hen zorgen, ook al zijn ze heel erg schuldig door hun ongehoorzaamheid aan Mij, de Heilige God van Israël.

6. Vlucht uit Babel weg! Vlucht om je leven te redden! Zorg dat je niet samen met de Babyloniërs wordt gedood, wanneer zij gedood worden voor hun slechtheid. Want de tijd van de straf van de Heer is gekomen. Ik geef Babel zijn verdiende loon.

7. Babel was als een gouden wijnbeker in mijn hand. Ik gaf de hele aarde uit die beker te drinken. Alle volken dronken ervan en werden dronken van de wijn. Daardoor begonnen ze zich als dwazen te gedragen.

8. Maar nu is Babel plotseling veroverd, gevallen, gebroken. Huil over Babel! Haal zalf om Babels wonden te verzorgen. Misschien zijn ze nog te genezen.

9. [ De mensen zeggen: ] 'We hebben geprobeerd Babel te genezen, maar het is onmogelijk. Laten we Babel maar verlaten. Laten we vertrekken, ieder naar zijn eigen land. Want Babels schuld reikt tot aan de hemel, tot aan de hoogste wolken. Daarom wordt Babel zwaar gestraft.

10. De Heer is voor ons opgekomen en heeft ons gered. Kom, laten we naar Jeruzalem gaan en iedereen vertellen wat de Heer heeft gedaan.'

11. [ De Heer zegt: ] Maak je pijlen scherp! Pak je schilden! Ik heb de koning van Medië geroepen om Babel te komen vernietigen. Het is zijn plan om Babel te veroveren. Dat is mijn straf, mijn straf voor het vernietigen van mijn tempel.