BasisBijbel

Jeremia 50:1-6 BasisBijbel (BB)

1. Dit is wat ik van de Heer moest zeggen over de stad Babel en het land Babylonië.

2. "Vertel het aan alle volken, maak het overal bekend: Babel is veroverd. Zorg dat iedereen het weet. [ Hun goden ] Bel en Merodach staan voor schut [ omdat ze hun land niet hebben kunnen redden ]. Al hun walgelijke goden staan voor schut.

3. Want uit het noorden komt een volk dat Babel zal verwoesten. Er zal niemand meer wonen. Alle mensen en dieren zullen weggevlucht zijn. Ze zijn allemaal verdwenen.

4. In die tijd, zegt de Heer, zullen de Israëlieten en Judeeërs samen terugkomen. Huilend zullen ze terugkomen en Mij om hulp smeken.

5. Ze zullen de weg naar Jeruzalem vragen, want dat zal het doel zijn van hun reis. Ze willen weer met Mij omgaan en een eeuwig verbond met Mij sluiten. Een verbond waar ze zich voor altijd aan zullen houden.

6. Mijn volk was als een kudde verdwaalde schapen. Hun herders hebben hen bedrogen en hen de verkeerde kant op geleid. Ze trokken van berg naar berg en van heuvel tot heuvel. Ze waren de weg naar hun stal vergeten.