BasisBijbel

Jeremia 5:26-31 BasisBijbel (BB)

26. Want veel van jullie trekken zich helemaal niets van Mij aan. Ze loeren op mensen zoals vogelvangers loeren op vogels. Ze zetten strikken en vangen mensen!

27. Zoals een kooi vol zit met vogels, zo zitten hun huizen vol met leugens en bedrog. Daarmee zijn ze rijk en machtig geworden.

28. Ze zijn vet en volgegeten. Ze zijn door en door slecht. Ze spreken oneerlijk recht. Ze komen niet op voor de arme mensen en de weeskinderen. Toch gaat het goed met hen. De arme mensen kunnen hun niets schelen.

29. Ik móet zo'n volk wel straffen, zegt de Heer. Ik kan zo'n volk toch niet zijn gang laten gaan?

30. Het is verschrikkelijk en afschuwelijk wat er allemaal in het land gebeurt.

31. Wat de profeten profeteren, zijn leugens. De priesters maken zich rijk ten koste van de mensen. En mijn volk vindt het allemaal best. Maar Ik ga er een eind aan maken. En wat zullen jullie dan doen?"