BasisBijbel

Jeremia 43:1-10 BasisBijbel (BB)

1. Zo vertelde ik hun het hele antwoord van hun Heer God.

2. Toen zeiden Azarja, Johanan en die andere trotse aanvoerders tegen mij: "Je liegt! Onze Heer God heeft niet tegen je gezegd dat we niet naar Egypte moeten gaan.

3. Maar [ je schrijver ] Baruch stookt jou tegen ons op. Hij hoopt dat we ons aan de Babyloniërs zullen overgeven, zodat zij ons zullen doden of gevangen meenemen naar Babel."

4. En ze weigerden allemaal om de Heer te gehoorzamen. Ze wilden niet in Juda blijven.

5. Johanan en de legeraanvoerders namen alle mensen mee die in Juda waren overgebleven. Ook de Judeeërs die eerst naar andere landen gevlucht waren en die teruggekomen waren naar Juda.

6. Ze namen iedereen mee: mannen, vrouwen en kinderen, de dochters van de koning en alle mensen die Nebuzaradan, de aanvoerder van de lijfwacht, bij Gedalja had achtergelaten. Ook mij en Baruch namen ze mee.

7. Ze gingen naar Egypte en deden niet wat de Heer gezegd had. Zo kwamen ze bij de stad Tachpanes.

8. Toen we daar aankwamen, zei de Heer tegen mij:

9. "Raap een paar grote stenen op. Verberg die in de lemen vloer onder de tegels vóór het paleis van de Farao in Tachpenes. Zorg dat de mannen uit Juda zien wat je doet.

10. Zeg dan tegen hen: Dit zegt de Heer van de hemelse legers, de God van Israël: Ik zal mijn dienaar, koning Nebukadnezar van Babel, laten komen. Hij zal zijn troon neerzetten bovenop deze stenen die Ik hier verborgen heb. Hij zal zijn koninklijke [ leger ]tent over deze plek heen zetten.