BasisBijbel

Jeremia 27:3-8 BasisBijbel (BB)

3. Stuur ze daarna naar de koning van Edom, de koning van Moab, de koning van de Ammonieten, de koning van Tyrus en de koning van Sidon. Geef ze mee aan de boodschappers die door deze koningen naar koning Zedekia in Jeruzalem zijn gestuurd.

4. Zeg dat ze tegen hun koning moeten zeggen: Dit zegt de Heer van de hemelse legers, de God van Israël:

5. Ik heb door mijn grote macht alles gemaakt: de aarde, de mens en alles wat op de aarde leeft. En Ik geef de aarde aan wie Ik wil.

6. Nu geef Ik al deze landen in de macht van mijn dienaar, koning Nebukadnezar van Babel. Ik geef hem zelfs de wilde dieren: ze moeten hem dienen.

7. En alle volken zullen hem, zijn zoon en zijn kleinzoon dienen. Totdat ook van zijn land de tijd om is. Dan zal het door machtige volken en grote koningen veroverd worden en moet zijn land hén dienen.

8. Als een volk koning Nebukadnezar niet wil dienen, als het niet op zijn nek het juk wil dragen van de koning van Babel, dan zal Ik dat volk straffen met het zwaard, de honger en de pest, zegt de Heer. Dat zal duren totdat Ik hen helemaal door hem heb laten vernietigen.