BasisBijbel

Jeremia 25:3-13 BasisBijbel (BB)

3. Ik moest van de Heer zeggen: "Vanaf het jaar dat Josia 13 jaar koning was van Juda tot vandaag, heeft de Heer tegen mij gesproken. Dat is dus 23 jaar lang. Steeds heb ik jullie verteld wat de Heer tegen jullie zei. Maar jullie hebben niet naar me geluisterd.

4. Ook heeft de Heer andere profeten naar jullie toe gestuurd. Steeds weer stuurde Hij profeten. Maar jullie wilden niet naar hen luisteren.

5. Zij zeiden net als ik: 'Stop met de slechte dingen die jullie doen. Dan kunnen jullie in het land blijven wonen dat de Heer aan jullie en jullie voorouders gegeven heeft. Eeuwenlang zullen jullie er dan kunnen blijven wonen.

6. Aanbid niet langer andere goden. Maak Mij niet langer woedend met alles wat jullie doen. Dan zal Ik jullie geen kwaad doen.'

7. Maar de Heer zegt: Jullie hebben niet naar Mij willen luisteren. Jullie hebben Mij woedend gemaakt met jullie godenbeelden. Daardoor zal het slecht met jullie aflopen.

8. Nu zegt de Heer van de hemelse legers: Jullie hebben niet naar Mij geluisterd.

9. Daarom laat Ik uit het noorden mijn dienaar komen: koning Nebukadnezar van Babel. Hij zal met een enorm leger naar dit land komen en naar de volken om jullie heen. Door hem zal Ik ze straffen en voor altijd vernietigen. Iedereen die ervan hoort, zal geschokt zijn.

10. Alle vrolijkheid zal zijn verdwenen. Bruidegom en bruid zullen niet langer te horen zijn. De molens zullen geen graan meer malen en de lampen zullen niet meer branden.

11. Het hele land zal veranderen in een wildernis. Iedereen die het ziet, zal geschokt zijn. Deze volken zullen de koning van Babel 70 jaar dienen.

12. Maar als die 70 jaar voorbij zijn, zal Ik de koning van Babel en zijn volk straffen voor de slechte dingen die ze hebben gedaan. Ik zal het hele land Babylonië straffen. Het land zal voor eeuwig verwoest worden.

13. Ik zal met dat land alles doen wat Ik gezegd heb. Alles wat in dit boek opgeschreven staat, alles wat Jeremia over de volken heeft geprofeteerd, zal Ik doen.