BasisBijbel

Jeremia 23:6-13 BasisBijbel (BB)

6. Wanneer Hij regeert, zal Juda gered worden en zal Israël in vrede kunnen wonen. Hij zal 'De Heer is onze redding' worden genoemd.

7. De Heer zegt: Op een dag zullen de mensen niet meer zeggen: 'Ik zweer bij de Heer die de Israëlieten uit Egypte heeft bevrijd.'

8. Ze zullen zeggen: 'Ik zweer bij de Heer die het overblijfsel van Israël heeft teruggeroepen uit het Noorderland en uit alle andere landen waarheen de Heer hen had verjaagd.' Want ze zullen weer in hun eigen land wonen."

9. [ Jeremia zegt ] over de [ andere ] profeten: "Mijn hart is gebroken. Ik beef. Ik voel me als iemand die dronken is en niet meer helder kan denken. Dat komt door de Heer en zijn heilige woorden.

10. Iedereen in het land is ontrouw aan God. Daardoor lijdt het land onder de vloek. De graslanden zijn verdroogd omdat de mensen alleen maar slechte dingen doen. Iedereen is onrechtvaardig.

11. De Heer zegt: De priesters en de profeten doen maar alsof ze Mij dienen. Zelfs in mijn tempel doen ze slechte dingen.

12. Daarom zal het slecht met hen aflopen. Het zal zijn alsof ze in het donker over een glibberig pad gaan. Ze zullen verdwalen en vallen. Want Ik zal een ramp over hen laten komen op de dag dat Ik hen straf, zegt de Heer.

13. Ik heb gezien wat de profeten van Samaria deden. Ze profeteerden namens hun goden. Zo bedrogen ze mijn volk Israël. Dat vond Ik vreselijk.