BasisBijbel

Jeremia 22:23-28 BasisBijbel (BB)

23. Je zit daar wel hoog op de Libanon, Jeruzalem. En je hebt je wel veilig genesteld tussen de cederbomen. Maar je zal zuchten en kreunen van ellende als de rampen over je komen.

24. Koning Jojachin (de zoon van koning Jojakim van Juda) was als een zegelring aan mijn vinger. Maar Ik zweer bij Mijzelf, zegt de Heer, dat Ik hem daar zal wegrukken.

25. Ik zal hem in de macht van zijn vijanden geven, vijanden voor wie hij bang is: koning Nebukadnezar van Babel en zijn leger.

26. Ik zal hem en zijn moeder wegslingeren naar een ander land, een land waar ze niet geboren zijn. Daar zullen ze sterven.

27. En het land waar ze zo naar terug verlangen, zullen ze nooit meer terugzien.

28. Is die man, die Jojachin, soms een afgekeurd en weggesmeten godenbeeld? Een kruik die niet meer nodig is? Waarom zijn hij en zijn kinderen dan weggesmeten naar een ver en onbekend land?